Charleston farmhouse
'If you lived there you could make it absolutely divine'.
- Virginia Woolf aan haar zuster Vanessa Bell
Een verbouwde 18e eeuwse boerderij in het landelijke Sussex, schuilend onder de heuveltop van Firle Beacon, niet ver van Lewes: Charleston Farmhouse. Het was de plek waar schilderes Vanessa Bell (1879-1961) vanaf 1916 tot haar dood woonde en werkte. Zus Virginia Woolf ontdekte de solide, ruime woning, slechts op vier mijl afstand van haar toenmalige eigen buitenhuis in Asheham. Als Vanessa in Charleston zou gaan wonen, kon Virginia de band met haar nog nauwer aanhalen, dus moedigde ze Vanessa aan, met vleiende woorden. 'A charming garden' was er ook, schreef ze.
|
Beeld van de tuin in Charleston Farmhouse, Zuid-Engeland. |
Pas na een tweede bezoek aan Charleston, op de fiets vanaf Lewes, raakte Vanessa bekoord door de hoeve: aan haar levenslange compaan, de schilder Duncan Grant, schrijft ze enthousiast over het 'grote meer' naast het huis (het bleek bij nader inzien een vijver te zijn) en in een brief aan kunstcriticus Roger Fry merkt ze op: "It will be an odd life, but it seems to me it ought to be a good one for painting". Ze had geen rakere voorspelling kunnen doen:
|
Vanessa bouwde een intiem, neo-impressionistisch oeuvre op, waarin vooral Charleston en zijn talrijke permanente en minder permanente bewoners figureerde: portretten van Lytton Strachey, van haar kinderen, van Roger Fry, natuurlijk van Virginia en talloze zelfportretten; een blik op de tuin vanuit het atelier, een paar hooimijten in een wei verderop. Zelfs in de vorm van een kolenkit zag ze een verleidelijk spel van lijnen.
Charleston is om vele redenen de geschiedenis ingegaan, maar vooral om het kunstwerk dat Vanessa en Duncan er van maakten. Onder hun handen onderging de sobere woning een metamorfose en groeide uit tot een regenboogrijk van kleuren. Alles beschilderden ze: muren, meubels, deuren, panelen, bedden, schoorsteenmantels en architraven. Bijna abstracte portretten en gestaltes, uitbundige boeketten, afgewisseld met strak geometrische figuren (zodra je cirkels ziet, herken je het werk van Vanessa). Volgens haar biografe, de kunsthistorica Frances Spalding, is het geheim van Charleston de kleur die Vanessa en Duncan telkens als basis opbrachten: een zacht parelgrijs, samengesteld uit wit met een vleug bruinrood en kobaltblauw. Het verleent alle andere tinten een glanzende frisheid die tot op de dag van vandaag beklijft: geen kakofonie maar een diffuus kleurenspel, wonderlijk harmoniërend met de bonte weelde van de ommuurde tuin, bestreken door het milde Zuid-Engelse licht.
In het betoverende Charleston domineerde charmante Vanessa als een stille vorstin en trok de overige ‘Bloomsberries’ aan als motten naar het licht. Ze ontving de vrienden, bracht er haar kinderen groot, vergoedde de Spartaanse voorzieningen in het huis met uitstekende diners en veel Franse wijn en schilderde, elke dag.
(....)
Dwaal door het hoge atelier, de bibliotheek van Clive, de eetkamer waar Vanessa presideerde en haar talloze kopjes zwarte koffie dronk, de prachtige tuinkamer en het logeervertrek van de econoom John Maynard Keynes. Hoeveel gesprekken weerklonken hier, hoeveel ruzies zijn er uitgevochten of weggelachen. Ze lijken opgenomen te zijn in de eeuwenoude muren en in dat unieke kleurenpalet, dat je omhult zodra je over de drempel stapt. Maar het is bovenal de aanwezigheid van een bijzondere, paradoxale vrouw die je in elke kamer proeft: Vanessa Bell maakte Charleston Farmhouse door haar leven en werk tot een buitengewoon en intiem erfgoed. Om met Virginia te spreken: absolutely divine.
|