HERINNERT U ZICH DEZE NOG?
De stilte van het Eerderachterbroek
Een ommetje maken. Stilte. Stoppen voor een veldbloem. Kijken naar de beek, praten met de paarden. Kwakende kikkers. Een ijsje eten. Een karretje dat op een zandweg reed. Maar dan een uitgesleten weg die werkelijk van zand is en slingert! Herinnert u zich deze nog? In het Eerderachterbroek bij Ommen ga je vijftig jaar terug in de tijd.
Het is géén openluchtmuseum en ook geen natuurpark met toegangshekjes, dit Eerderachterbroek. Wel een weergaloos, stil gebied van slechts enkele kilometers, met her en der een boerderij, vee en bolle akkers, verbonden door bosweggetjes en zandpaden. Dit heet een 'kampen-essen-landschap', zo typerend voor Salland. De auto parkeer je, want een mens gaat hier te voet, om eens goed te kijken naar zoveel sobere schoonheid.
Het Eerderachterbroek was een Sallandse boerengemeenschap die vroeger behoorde tot landgoed Eerde, onder Ommen. Ook daar bewaart men op de boerderijen rond het kasteel het oude aanzicht van hoeves en erven, net als hier aan de 'broek', het drassige land dat zijn water loost in de Bevert, een kleine rivier die uitstroomt in de Regge.
Natuurmonumenten kocht dit gebied in 1949. Sindsdien is er hier nauwelijks iets veranderd. Geen land werd verkaveld, geen heideveld omgeploegd. Sterker nog: eerder lieten ze land weer verschralen, tot de bekende 'woeste gronden'. Als ze de moderne tijd al toelaten, gebeurt dat met moed en beleid. Een ligboxenstal voor kalveren? Goed, maar dan wel zo dat het unieke landschap niet wordt verstoord. Hooibalen in lelijk zwart plastic? Zoveel mogelijk in de schuur. En wat staat er op de akkers? Haver, rogge en 'erpels', piepers, dus. Overal bloeiende bermen met rode klaver en St. Janskruid. Schapen hebben hier een echte schaapskooi en er zijn drinkpoelen, hooibergen en waterputten met een haal.
Mee met de tijdgeest
Een idylle, zou je zeggen, met dank aan Natuurmonumenten. Of toch niet? Het blijkt dat het credo uit het westen niet altijd zonder morren wordt ontvangen. In het Eerderachterbroek zijn enkele boeren niet meer actief. Ze leven van de opbrengst van hun melkquotum, dat ze moesten verkopen van de 'hoge heren in 's-Graveland', terwijl ze het bedrijf van hun vader alleen maar wilden voortzetten, en moderniseren. Dat laatste is een 'vies' woord, hier. Dus die enkele boeren houden uit liefhebberij nog wat paarden en een kleine kudde schapen. En dromen van een quotum dat misschien vrijkomt. Want je bent boer of niet.
Sommige boeren gooiden het over een andere boeg, zoals op de Meulenhorst, bijgenaamd de 'ijsboerderij'. Op deze hoeve volgden ze de tijdgeest, werden bio-boer en verkopen nu hun zelfgemaakte, voortreffelijke ijs aan de horeca in de omgeving en elke passerende wandelaar op de Achterbroekerroute. In de 'onderschoer' staat de gevulde vriezer vol ijs, bereid met fruit uit eigen tuin. Je gooit het geld in een kist, wisselen kan ook nog en smullen maar. Ander voorbeeld: op De Hazelhorst bij Den Ham richtten ze hun hoeve in als manege en vakantieboerderij, compleet met slaapzalen, boxen en paarden, veel paarden. Zo kan het kennelijk toch ook, in een beschermd gebied.
|
Dat karretje en die zandweg...
Het Eerderachterbroek betoverde ons. We rekten de middag, wilden er helemaal niet weg. We plukten nog eens een roggenaar en telden de lelies in de vijver. Hoorden de wind door het koren. Zelden zagen we zo'n heerlijke concentratie van 'gut ja, zo was dat vroeger'. Zwartgeteerde schuren, boerenerven vol bloemen, een berkenbos met links de hei en rechts wat kampen, die door de mest uit de potstal steeds hoger kwamen te liggen. In de verte een boer die aan het hooien is, recht vooruit een klusje in slow motion herkauwende koeien. Wél met dat vermaledijde oormerk (dat heeft zelfs Natuurmonumenten niet tegen kunnen houden). Akkers die niet rechttoe rechtaan zijn bemeten, maar hoeken slaan of glooiend lopen. Dit is het Nederland van voor de ruilverkaveling.
Midden op zo'n warme Hollandse zomerdag waren we bijna alleen op Het Broek. Drie fietsers, twee wandelaars. 'Goei'ndag!' Meer niet. Of toch: wat is dat daar in de verte? Naderende stofwolken en geroffel van hoeven. Een karretje op de zandweg, getrokken door een pony. Warempel.
Erven van een landschap
Landgoed Eerde (dat stamt uit 1715) en Het Eerder Achterbroek liggen op de overgang van een hoge dekzandrug en lager land, het stroomdal van de Regge. De indeling van het landschap is hier nog min of meer als in de late Middeleeuwen(!)
Rond het landgoed is de begroeiing duidelijk rijker - met formele tuinen, rechte bomenrijen, Engelse landschapsstijlen -dan in het schralere Achterbroek. De boerderijen met hun essen, kampen (bouwlanden) en hooi-en graslanden grenzen aan de heide en liggen vrij dicht bijeen, telkens op landschappelijke overgangen: van wei naar akker, van akker naar bos, van bos naar heide.
Sinds 1949 is Natuurmomenten met de bewoners betrokken bij het behoud van deze gebieden, die opvallend sober zijn. Dat is nog steeds te zien aan het kleurgebruik (zwart, grijs en bruin voor boerderijen en bijgebouwen), aan de eenvoudige witte kozijnen, simpele bestrating van keien en klinkers en aan een natuurlijke doorloop van zand of grasland tot aan de boerderijen. De schaarse moestuinen zijn zelden omgeven door hagen. Eiken en witte paardekastanjes staan vaak solitair in het landschap.
In 1998 startte Natuurmomumenten een streekeigen beplantingsplan voor de erven. Dat plan krijgt elk jaar meer vorm. Enige speerpunten: het behoud van de oorspronkelijke verwevenheid van erf en landschap, aanleg van borders met boerenbloemen en herstel van al te abrupte scheidingen op de erven naar vloeiender overgangen.
Landgoed Eerde vindt u onder Ommen, westelijk van Den Ham.
Het Eerderachterbroek ligt oostelijk daarvan. Natuurmonumenten) gaf van beide gebieden een gedetailleerde wandelkaart uit.
|